- Vorige week maandag was het eindelijk zover: Apple presenteerde de langverwachte Vision Pro AR/VR-headset.
- Volgens Tim Cook is het het beste apparaat dat Apple ooit heeft gemaakt. Als we analisten mogen geloven, dan heeft Cook daar vooral wel, of juist niet gelijk in.
- Maar eigenlijk heeft iedereen het fout.
- Lees ook: Willen AI-makers echt regulering of gaat het ze ergens anders om?
Dit artikel verscheen eerder in de wekelijkse Business Insider Tech-Update. Deze nieuwsbrief ook ontvangen? Schrijf je dan onderaan deze pagina in.
OPINIE – Na jaren van geruchten wisten we begin dit jaar eigenlijk al voor 90 procent hoe Apple’s Reality Pro eruit zou komen te zien. Gebaseerd op de gelekte informatie kregen we te maken met een geavanceerdere versie van VR-brillen die we al kennen. Maar toch wist Apple te verrassen. Al was het alleen al met de naam: niet Reality Pro, maar Vision Pro.
De digitale skibril bleek vooral een grote technische stap voorwaarts, met dubbele 4K-schermen voor de oogballen, gigantisch veel processorkracht en een scherm aan de buitenkant van de bril, waar de ogen van de gebruiker, of andere beelden op kunnen worden geprojecteerd. Het idee achter het geheel: ervoor zorgen dat de drager van de een AR/VR-bril niet buitengesloten wordt van het sociale feestje dat er om hem of haar heen gaande is. Je kunt als technovader met de bril op zelfs 3D-foto’s en -video’s maken van het kinderfeestje van je dochter. Dat vindt niemand ook maar een beetje vreemd, want ze zien je digitale, levenloze ogen. Tenminste, zo redeneert Apple.
De meningen in de tech-community lopen dan ook heel erg uiteen. Waarbij de WOW-factor bij de een nog overduidelijk niet is uitgewerkt, en de negativiteit bij de ander de overhand heeft. Beide herkenbare patronen die bij elke lancering van een nieuw (Apple-)product voorkomen. Degene die zijn of haar ervaring met de bril heeft gehad en beweert dat dit de toekomst van werken is, wordt gepareerd door de analist die nu al geen toekomst ziet voor de Vision Pro, want mensen willen nooit met een bril op dingen doen, of willen absoluut niet afgesloten worden van de buitenwereld.
En dat alles halen beide partijen natuurlijk uit referenties uit het verleden. Maar daarbij vergeten ze te kijken naar de reacties op lanceringen van eerdere producten van Apple. De iPhone is natuurlijk een goed voorbeeld, met sceptici en voorstanders. Maar de iPad is wellicht nog beter, want daar waren er vooral mensen die het product niet zagen slagen. Waarom zou je immers met een grote telefoon waar je niet mee kan bellen willen rondlopen, of met een laptop zonder toetsenbord? Nu we enkele honderden miljoenen verkochte iPads verder zijn, kijken deze mensen wellicht met wat schaamrood op de kaken terug naar hun vroegtijdige reacties.
Maar gelukkig leren we niet van onze fouten, zei een futurist onlangs tegen me. We herhalen onszelf keer op keer omdat we simpelweg vergeten wat er in het verleden is gebeurd. En dus hebben we nu ook weer te maken met vroegtijdige succesverhalen en doemscenario’s. En dat terwijl we dondersgoed weten dat een product als dit niet staat of valt bij het technische machtsvertoon. Het leunt uiteindelijk op het software-ecosysteem dat er voor ontwikkeld wordt.
Net als bij de iPhone en de iPad, maakt de software het product. Als we op de iPhone nooit verder waren gekomen dan sms’jes tikken, mailtjes beantwoorden en bellen, hadden we er nu dan allemaal een gehad? Vast niet. Hetzelfde geldt voor de iPad. Het apparaat is onder andere een vast onderdeel van het arsenaal van veel creatieven en managers. Je kunt er prachtige kunstwerken op maken, maar hij is ook ultramobiel en perfect voor het beantwoorden van mails en het uitwerken van voorstellen.
Wat de nieuwe software voor de Vision Pro gaat betekenen voor de toekomst van de bril, en of het genoeg is om hem wel of geen succes te maken? Dat moeten we nog maar zien. Apple hintte tijdens de presentatie amper naar nieuwe, innovatieve gebruiksmogelijkheden van de bril. Het gooide het vooral op het zo bekende WOW-effect, dat we gewend zijn van het bedrijf bij de presentatie van nieuwe producten.
Duidelijk werd dat Apple de afgelopen 7 jaar vooral besteedde aan de ontwikkeling van de hardware van de Vision Pro. Dat komt vermoedelijk doordat het bedrijf weet dat het de nieuwe software niet zelf hoeft te ontwikkelen. Het kan hiervoor terugvallen op de creativiteit bij de enorme achterban aan ontwikkelaars die het in de jaren heeft opgebouwd.
Ondertussen zorgt Apple dat er voor de release van de Vision Pro 100.000 apps klaarstaan voor gebruik met de bril. Allemaal apps die we nu al op de iPhone en iPad gebruiken. Dat klinkt alsof het luiheid van Apple is, maar door deze simpele stap te zetten, heeft een Vision Pro-koper direct de keuze uit een zee van bekende apps. Daarmee heeft Apple een grote voorsprong op bijvoorbeeld concurrent Meta. Bij diens Quest 3 VR-bril is er de keuze uit een select aantal apps, zoals Microsoft Office, en wat games.
De zware taak van het vinden van nieuwe gebruiksmogelijkheden en het ontwikkelen van de bijpassende software ligt daarmee bij de ontwikkelaars die niet alleen bereid zijn om 3.499 dollar uit te geven aan de eerste versie van de bril, maar er ook nog eens een toekomst in zien waar ze hun brood mee kunnen verdienen.
Tegelijkertijd belooft Apple stug door te werken aan de technische kant van het product en hem goedkoper te maken. Sterker nog, de Vision Pro 2 zou al op de planning staan. Wellicht dat die wel enigszins betaalbaar wordt voor het normale volk.
Het is dus nog veel te vroeg voordat we echt iets nuttigs kunnen zeggen over de Vision Pro en de toepassingen waarvoor we hem uiteindelijk zullen gebruiken, of dat we hem überhaupt willen gebruiken. Op zijn vroegst kan er pas een mening gevormd worden als de bril ergens volgens jaar op de markt verschijnt. Maar wellicht duurt het zelfs nog wat langer. En dat is prima, want voordat wij normale mensen de doelgroep zijn voor de Vision Pro (of een gewone Vision niet-Pro), zijn we waarschijnlijk 5 jaar verder.